Crossroad Ik ga op reis en neem niets mee mis de laatste trein op kruispunten waar men om middernacht zijn ziel verkoopt aan de duivel. Een oude blueszanger smeekt op krakend vinyl een verloren liefde om vergiffenis. Op een dag valt de zon ook door mijn achterdeur. © Leen Raats |
Hound Dog Ze weet dat Elvis niet anders dan dood kan zijn maar soms moet ze wel geloven in het harde licht van een dag na een nacht vol leugens draagt ze water in lekke kuipen naar een woelige zee. Hoop is een kat die je aait tot ze krabt en later toch opnieuw. (c) Leen Raats |
Sognefjord, Noorwegen Een man vraagt me de weg naar huis. Ik weet niet waar hij woont zeg dat het water hier wel duizend meter diep is en toch haast rimpelloos. Hij mompelt iets over wolken die tegen bergflanken opklimmen met de vastberadenheid van Noormannen dat de mist komt en gaat als de boten maar dat niemand hier ooit echt weggaat. Ik vraag me af of de bergen eenzaam zijn of toch minstens minder sterk dan ze zich voordoen. We kijken hoe opvallend weinig meeuwen hun spiegelbeeld net niet raken. We zijn niet meer dan een stip aan iemands horizon ondergaan onbewogen de regen. © Leen Raats |
Huis van dochters Ze komt uit een familie van dochters zegt dat je de bergen hier altijd voelt en dat boerderijen in Noorwegen hun naam aan hun bewoners lenen in plaats van andersom. Toen ze jonger was, keek ze uit over oceanen maar die brachten haar als een kat telkens weer naar huis. Ik zeg haar dat je in fjorden ook koraalriffen vindt en dat er mos groeit op elke steen. Vanavond kijken we hoe zout water zich met zoet water mengt. © Leen Raats |
Vanitas Vandaag is ze vergankelijk stroomt als water naar de zee vloeit met inkt. weigert vaste vorm aan te nemen. Hij haakt zijn vingers zorgvuldig in de hare. Zij denkt aan haar moeder die dood is. haar vader die leeft. en zij die iets van beiden. Wanneer hij haar loslaat verdwijnt ze als een dier angstig in de nacht. © Leen Raats |
Corpus Christi We eten het lichaam van Christus drinken elkaars bloed en schenken wijwater in plastic bekers. In door glasramen gefilterd licht vouwen we onze handen voor een rijk dat nooit zal komen. 's Nachts aanbidden we gevallen engelen in neonlicht. © Leen Raats |
Wij zijn eilanden Wij zijn eilanden die onbewogen wachten op wat komen gaat golven beuken nauwelijks voelbaar op onze kusten in geen meeuw die krijst of wij antwoorden met stug stilzwijgen geen ongekende verte ontgaat onze blik het is het land dat de zee vorm geeft tussen onze vingers ruist het ruime sop © Leen Raats |
Op volle zee Het is niet het onbestemde dat schemert aan de horizon niet de meeuwen die in mijn kielzog hangen op de wind het zijn niet de verhalen over de zee die zich als de liefde niet bedwingen laat niet de scheepswrakken die op deze bodem rusten als een zeeman in zijn graf. zelfs niet de bries die speelt met mijn haar waardoor ook ik lichter lijk. het is dat je op het water zo ver kan gaan zonder ergens te komen hoe de zee dan alles in het ongewisse laat. © Leen Raats |